12. Wanneer het oog kan zien wat het hart raakt
12. Wanneer het oog kan zien wat het hart raakt
Het was alsof ik mijzelf in een grote wazige droom bevond. Ik ging naar school, deed mijn werk en ging weg met vrienden. Maar ik zat in een sleur zonder echte vastigheid of streven. Het voelde alsof ik mij langzamerhand niet eens meer kon bekommeren om het feit ik dingen achter hield voor mijn familie. Alsof ik mijn toekomst even op een hold zette om rustig na te denken over de dingen en mij nergens zorgen over te maken. Ik zag het allemaal wel dacht ik. Nu wilde ik even in en uit kunnen ademen, mijn boeken kunnen lezen en alles om mij heen laten gaan. Het voelde goed. Soms dan zou ik in de avond tegen mama zeggen dat ik even ging wandelen op een heerlijke warme zomeravond. Met de dalende zon in mijn rug en een zacht windje door mijn haar, het was heerlijk. Ik zou mijn fiets dan pakken, mijn Koran en zou heel ver weg in een bos fietsen, soms zelfs naar een weiland. Met de vogels om mij heen en de koeien die mij soms maar iets te schaapachtig aankeken. Maar meest belangrijk: Niemand die mij bevooroordeelde of zich er ook maar iets van aantrok. Alleen ik, Allah en de natuur om mij heen!
Ik leerde in die tijd ook meerdere Turkse stellen kennen, dat was echt heel fijn. Ik kon er mijn vragen en opmerkingen bij kwijt en als ik een keer niet wist waar ik heen moest? Dan kon ik daar altijd terecht. Soms voor thee,soms voor les en soms om gewoon even mijn ei kwijt te kunnen. Om even lekker alle negativiteit eruit te gooien en er daarna weer heerlijk om te kunnen lachen onder het genot van een kop thee. Zo werd ik via de moskee ook voorgesteld aan een andere bekeerling die blijkbaar al al die tijd naast de moskee bleek te wonen! Het was een getrouwde vrouw met een Turkse man die geboren en getogen was in de achterhoek, daar moest ik mee spreken! Verlegen als dat ik de eerste seconde bij haar binnenstapte, lagen we 5 minuten later al in een deuk door de vele herkenningspunten waar wij als bekeerling tegen aanliepen. Ze legde mij ook uit dat ik veel problemen hier niet te persoonlijk moest nemen aangezien een dorp nu eenmaal anders was dan de grote stad. ‘Mensen zijn hier nu eenmaal niet zo direct en al helemaal niet in een situatie als het jouwe’ ‘Het blijft natuurlijk een gevoelig onderwerp cultuur en religie en al helemaal in dit soort dorpen, dat bedoelen ze echt niet persoonlijk. Ze weten enkel niet hoe ermee om te gaan.’ Ik begreep haar en ik wilde het maar al te graag accepteren maar makkelijk was het niet. Wel was het verschrikkelijk fijn nu eindelijk mensen om mij heen te hebben die mij wel begrepen en het eerder meegemaakt hadden. Zo hoorde ik haar vertellen toen zij nog jong was en net bekeerde, zij het liefst meteen van school af wilde. Zo groot dat de confrontatie met bekeerlingen was in dit soort dorpen. Oke heel optimistisch waren dit soort verhalen niet, maar het gaf mij wel veel inzicht.
Zo vertelde een van de andere Turkse koppels hoe zwaar de Turken het in deze dorpen hadden gehad tijdens hun integratie en hoeveel ze eigenlijk nog steeds te gaan hadden in de bijbehorende acceptatie daarvan. Dat was voor mij als buitenstaander zeker zwaar op te merken. Ik bedoel je moet hier maar als een Turkse vrouw in de rij van de kassa staan met hoofddoek en de vieze gezichten zijn al snel op te rapen, nog niet eens te spreken over fluisteringen die vanuit de rug van de arme vrouw rondgaan. Ik begreep het ergens wel ze hadden het sociaal al zwaar genoeg, en dan ging ik het ze nog even een stapje erger maken door nog meer aandacht rond de islam te scheppen? Ik begon het steeds meer te begrijpen en bepaalde karaktereigenschappen ook te accepteren hierdoor. Ik ging niet langer in op reactie uitlokkende streken en hield mij er liever kalm voor in de plaats. Allah test ons allemaal, stuk voor stuk. De een zwaarder dan de ander, maar toch wordt ieder zo voor keuzes gezet.
Ik was eindelijk op een punt in mijn proces gekomen waar mijn houding aan het vormen was naar daar waar mijn hart het wilde. Voor het eerst kon ik zeggen dat de meningen van vele mij niks meer zou uitmaken, zolang mijn innerlijke zelf maar rust had. Alsof je dan eindelijk doorhebt waar het allemaal om draait, en wat er echt toe doet. Ook vond er een grote ontwikkeling plaats in mijn mensenkennis, ik begon steeds meer patronen te herkennen van houdingen, en wat er echt achter zat. Wat mij evenwichtiger en kalmer maakte dan ik eerder nooit had durven dromen. Elk mens die nu eenmaal iets slechts doet daar zit 9 van de 10 keer een rede achter die hen gemaakt heeft tot ze nu waren. En hoe zwaar ik ook hard voor ze wilde zijn begon ik enkel medelijden met ze te krijgen. Zo was er een jongen op school die tot mijn frustratie maar iets te vaak door ging over het feit dat ik een wannabe terrorist wilde worden. Maakte hem dat een slecht mens? Maakte hem dat iemand die klappen verdiende? Nee. Dat maakte hem helaas enkel een jongen die zelf zo vaak gepest moet zijn geweest en zo vaak door per ongeluk een verkeerde achtergrondtype te zijn beïnvloed, dat deze jongen haast verblind is geraakt.
Het was bijzonder om te erkennen dat ik eigenlijk al mijn hele leven tegen vooroordelen was, maar nu pas echt de kern van een vooroordeel besefte met het hart. Elk mens draagt een stukje pijn en ellende mee. Angst,schuld,woede,verdriet om het verleden of het heden of misschien wat zelfs nog komen gaat. Wij schreeuwen altijd wel net zo hard dat wij respect willen, en dat niemand begrijpt hoe wij ons voelen. Maar denken wij wel echt aan de gevoelens van anderen, of zijn wij gewoonweg te blind om het in te zien?